Laten we eerlijk zijn: wijn is geweldig. Maar wist je dat het geheim van een geweldige wijn niet alleen in de druiven zit, maar ook in de bodem? Ja, je leest het goed. De grond onder je voeten is net zo belangrijk als het druivenras zelf. En nee, druiven gedijen niet op dorre, dorstige bodems zoals veel mensen denken. Laten we dat misverstand eens ophelderen en ontdekken waarom de Nederlandse bodem ook geschikt is voor wijnbouw.
Misverstanden over bodem en wijnbouw
Er heerst het idee dat druiven alleen goed groeien op arme, droge grond. Dat is alsof je zegt dat je het beste presteert als je honger hebt en dorst lijdt. Dit is niet waar! Druiven hebben net als wij een beetje liefde en voeding nodig om te bloeien. De eigenschappen van de bodem, zoals vruchtbaarheid, vochtigheid, snelheid van opwarmen, zijn van invloed op de wijze waarop de druiven die hierop groeien zullen gedijen. Het liefst heb je in Nederland een bodem die voldoende water afvoert bij hevige regen maar ook een beetje vocht vasthoudt om droge periodes te overbruggen. In Nederland hebben we variatie aan grondsoorten maar de meestvoorkomende zie je hieronder in de afbeelding. Op een zandbodem heb je te maken met een erg arme grond omdat zand veel water doorlaat en weinig voedingstoffen vasthoudt. Klei daarentegen is een erg voedzame bodem die veel mineralen vasthoudt maar als keerzijde ook weinig water afvoert. Het liefst heb je in ons klimaat een combinatie van deze grondsoorten.
Humus: het supervoedsel van de bodem
Humus is als superfood voor de bodem. Nee, niet dat heerlijke spul dat je op je brood smeert, maar het organische materiaal in de bodem. Humus helpt water en voedingsstoffen vast te houden en zorgt voor een goede bodemstructuur. Zonder humus zouden onze wijnstokken net zo verloren zijn als jij zonder je ochtendkoffie. Humus en voedingsstoffen zoals magnesium, calcium, stikstof, fosfor en kalium zijn essentieel voor de groei en gezondheid van wijnstokken. Ze helpen de wijnstokken groeien, bloeien en mooie druiven produceren mits ze in de juiste hoeveelheden aanwezig zijn. Als wijnboer is het daarom heel belangrijk om de bodem van je wijnstokken goed te kennen en regelmatig een bodemanalyse uit te voeren zodat de juiste interventies kunnen worden gekozen om de bodem te voeden.
Mineraliteit in wijn: feit of fabel?
Mineralen zijn overal om ons heen. Ze vormen de bouwstenen van de aardkorst en komen voor in allerlei vormen zoals kwarts (dat je vindt in grind en zandsteen) en carbonaten (zoals in kalksteen en schelpen). Maar wat betekent dit voor je wijn? Er is veel discussie over hoe deze mineralen precies invloed hebben op de smaak van wijn. Sommigen beweren dat je die "mineraliteit" kunt proeven, maar de wetenschap is er nog niet uit. Er zijn onderzoekers die zeggen dat wat wij als een minerale smaak ervaren, eigenlijk het resultaat is van zwavelverbindingen die ontstaan tijdens het vinificatieproces. Dus, proef je echt de mineralen van de bodem in je wijn? Waarschijnlijk niet, maar zijn deze aroma's ontstaan tijden de vergisting.
Het echte verhaal achter terroir
Hoewel het idee van het proeven van mineralen romantisch klinkt, is het iets gecompliceerder. Terroir – de combinatie van bodem, klimaat, en andere omgevingsfactoren – speelt zeker een rol in de ontwikkeling van de druiven en uiteindelijk de wijn. Maar het is niet zo eenvoudig als het direct overnemen van de smaak van de bodem. Bodems zoals kalkrijke of kleigronden kunnen invloed hebben op hoe de druiven groeien, hoeveel water ze vasthouden, en hoe diep de wortels kunnen doordringen. Dit heeft indirect invloed op de smaak, doordat het de gezondheid en rijping van de druiven beïnvloedt. De complexiteit van terroir komt dus meer door een samenspel van factoren dan door het direct proeven van de bodem.
Bodemtypen en hun indirecte invloed
Het is duidelijk dat de bodem belangrijk is, maar vooral omdat het bijdraagt aan de groeiomstandigheden van de wijnstokken. Kalkrijke bodems kunnen bijvoorbeeld een goede drainage bieden en de wortels diep laten groeien, wat weer invloed kan hebben op de druiven en de wijn. Kleigronden houden meer water vast en kunnen de wijnstokken in tijden van droogte helpen. Het is deze indirecte invloed van de bodem die bijdraagt aan de smaak van een wijn. De echte magie zit in hoe de wijnstokken reageren op hun omgeving, inclusief de bodem waarin ze groeien.
Dus, terwijl je misschien niet letterlijk de kalk of klei in je glas proeft, proef je wel de gevolgen van deze bodemomstandigheden in de uiteindelijke smaak van de wijn. Wat dat betreft proef je dus zeker wel het terroir terug in de wijn, maar anders dan de letterlijke bodemsmaak.
Vind je het interessant om meer over wijn te leren? Meld je aan voor de nieuwsbrief of boek een proeverij aan huis.
Comments