Het begrip natuurwijn wordt steeds bekender onder consumenten en de meningen zijn erover verdeeld. Het is in ieder geval een controversieel begrip in de wijnwereld, er bestaat namelijk nog geen regelgeving voor. Daardoor zijn de verschillen in kwaliteit zo enorm en is het een kansspel geworden en kan je zowel positief als negatief verrast worden. You love it or you hate it. Als gevolg van negatieve ervaringen worden mensen voorzichtiger met biologisch geproduceerde wijnen terwijl er wel degelijk verschillen zijn. Daarom zal ik in deze blog alle stijlen benoemen en de verschillen toelichten.
Er zijn 5 verschillende stijlen in de productie van wijn met elk zijn eigen filosofie en regels. Hieronder beschrijf ik per stijl de belangrijkste kenmerken zodat de verschillen duidelijk worden.
1. De conventionele wijnbouw
In de wijngaard wordt geen of weinig rekening gehouden met de neveneffecten en de natuur. Er wordt gebruikgemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen zoals fungiciden (tegen schimmels), insecticide (tegen insecten) en herbiciden (tegen onkruid). De wijnranken krijgen elke 12 tot 15 dagen een sproeibeurt. In de wijnkelder mogen additieven gebruikt worden zoals kunstmatige gisten en sulfiet om de wijn te stabiliseren.
2. De rationele wijnbouw
In tegenstelling tot de conventionele bescherming wordt er in de wijngaard pas ingegrepen na een berekening van risico’s. Het inschatten van het risico gebeurt aan de hand van de weersvoorspellingen en eigen waarnemingen op de wijngaard. Bij deze methode zijn zowel op het land als in de wijnkelder dezelfde middelen toegestaan maar is het doel om alleen in te grijpen als het nodig is. Deze methode klinkt logisch maar is al een groter risico op verlies van oogst dan de vorige methode, ziekten en plagen liggen namelijk altijd op de loer.
3. Biologische wijnbouw
Bij biologische wijnbouw wordt in de wijngaard enkel gewerkt met producten die van nature voorkomen in de natuur. Er wordt gesproeid met biologische producten en de compost is van planten en natuurlijke restproducten zoals mest. In de biologische wijnbouw is het toegestaan om te werken met koper en zwavel omdat de producten natuurlijk voorkomen in de grond, maar het is bekend dat dit schadelijk is voor vee, vissen en wormen als het teveel wordt gebruikt. Net zoals bij de voorgaande stijlen mag in de wijnkelder gebruikgemaakt worden van additieven zoals sulfiet maar dan in mindere mate. Let op het logo met het groene blaadje dat staat voor biologische landbouw:

4. Biodynamische wijnbouw
Bij biodynamische wijnbouw wordt er net zoals bij biologische wijnbouw enkel gebruikgemaakt van biologische producten. Als aanvulling zien zij alles als een geheel en werken zij volgens de principes die zijn ontwikkeld door de Oostenrijkse filosoof Rudolph Steiner. In de biologische teelt wordt gewone compost gebruikt, volgens de biodynamische telers is dit onvoldoende en ligt de focus op regeneratie van het ecosysteem. Dit gebeurt met biodynamische preparaten. Verder is het ritme van de natuur erg belangrijk en draait het allemaal om de balans tussen aarde, mens, sterren, maan en de seizoenen. Het kan gezien worden als een religie en als je biodynamische principes toepast in de wijngaard moet je erg hard werken om het ecosysteem gezond te houden. In de wijnkelder is de fermentatie altijd met eigen gisten. Let op het Demeter keurmerk dat staat voor biodynamische landbouw:

Comments